Het Huishoudelijk Reglement

vogelverschrikkerVereniging Volkstuinhouders

      “Het Genderdal”

 

    HUISHOUDELIJK REGLEMENT

 

ART. 1 – ALGEMEEN

 

  • Dit huishoudelijk reglement is gebaseerd op de statuten van de Vereniging Volkstuinhouders “Het Genderdal”(afgekort tot Ver.V.T.H. Het Genderdal).
  • Het volkstuinencomplex is gelegen tussen het Afwateringskanaal en de Gender in het stadsdeel Gestel te Eindhoven en wordt gehuurd van de gemeente Eindhoven. Voor het gebruik van het volkstuinencomplex gelden de bepalingen zoals vermeld in de “Akte van huur en verhuur” van 18 september 1989.
  • Het doel van de vereniging is recreatief tuinieren. Verblijfsrecreatie of het houden van georganiseerde bijeenkomsten zijn niet toegestaan.
  • Het verenigingsjaar loopt gelijk met het kalenderjaar.

 

ART. 2 – LIDMAATSCHAP

 

2.1.        Personen vanaf 18 jaar komen in aanmerking voor de huur van een tuin door zich bij het bestuur aan te melden als lid van de vereniging. Het bestuur beslist over de aanvrage tot toelating. Na toelating overhandigt het bestuur de kandidaat-tuinder het inschrijfformulier. Na ontvangst van het ingevulde inschrijfformulier zal een tuin worden toegewezen aan de tuinder, echter na betaling van inschrijfgeld, lidmaatschap, huurpenningen en borg; voor de nieuwe tuinder geldt een proeftijd van 1 kalenderjaar.

2.2         Bij het toewijzen van de tuin zal, voor zover mogelijk, rekening worden gehouden met de wensen van de kandidaat-tuinder.

2.3         Indien alle tuinen zijn verdeeld zullen de gegevens van de kandidaat-tuinder worden toegevoegd op de wachtlijst.

2.4.        Het nieuwe lid ontvangt het huishoudelijk reglement van de vereniging en een sleutel voor de poort naar zijn/haar tuin. Het nieuwe lid tekent voor ontvangst. Indien voor een medehuurder of medetuinder een duplicaatsleutel wordt gemaakt (voor eigen rekening) dient dit aan het bestuur te worden medegedeeld en bij beëindiging te worden ingeleverd.

Alle leden van het gezin mogen de tuin bewerken (samenlevingscontracten vallen onder “gezin”).

Ook anderen mogen als “medetuinder” de tuin van een lid bewerken door zich bij het bestuur als medelid van de vereniging aan te melden. Het bestuur beslist over de aanvrage tot toelating. Na toelating en de ontvangst van het ingevulde inschrijfformulier medelidmaatschap wordt de betreffende persoon aangemerkt als medetuinder van dit lid.

De verantwoordelijkheid voor de tuin blijft in handen van de huurder.

2.5         Het lidmaatschap eindigt:

  1. door overlijden van het lid.
  2. door schriftelijke opzegging door het lid: deze dient vóór 1 december van het lopende jaar aan het bestuur te worden mede gedeeld.
  3. door schriftelijke opzegging door het bestuur van de vereniging.
  4. door ontzetting (royement), welke door het bestuur wordt uitgesproken.

Wanneer het lidmaatschap in de loop van het boekjaar eindigt, blijven de huurpenningen voor het gehele jaar verschuldigd.

2.6         Bij beëindiging van het lidmaatschap dient de huurder zijn/haar tuin schoon op te leveren. Na controle of aan alle voorwaarden is voldaan en na teruggave van de sleutel(s) kan de borgsom worden terugbetaald.

Door het beëindigen van het lidmaatschap vervalt het medetuinderschap.

 

ART. 3 – TUINTOEWIJZING

 

3.1.       Tuintoewijzing valt onder de verantwoordelijkheid van het bestuur. De uitvoering vindt plaats

door het bestuur of door, één of meerdere door het bestuur aangewezen, leden van de   vereniging. Ook bij tuintoewijzingen in de loop van het boekjaar zijn de huurpenningen voor het   gehele boekjaar verschuldigd.

3.2.       Een tuin op naam van een lid dat is overleden, kan direct worden overgeschreven op naam van één van de nabestaanden of medetuinder. Alle rechten en verplichtingen van de overledene, met betrekking tot deze tuin, blijven bij het aanvaarden van de tuin van toepassing.

3.3.        Indien men een afrastering wil plaatsen of vervangen, dient men hierover vooraf contact op te nemen met het bestuur.

3.4.        De huurpenningen en eventuele overige bijdragen dienen uiterlijk vòòr 1 maart van het lopende boekjaar te worden betaald.

3.5.        Verhoging van de huurpenningen zullen plaatsvinden op basis van het prijsindexcijfer, gegeven door het Centraal Bureau voor de Statistiek, in de maandstatistiek van het binnenlandse gepubliceerde prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie voor werknemersgezinnen. Peildatum van de prijsindex is 15 december. Dit indexcijfer wordt ons door de gemeente Eindhoven in rekening gebracht en is bepalend voor de nieuwe huur.

 

ART. 4 – ALGEMEEN WERK EN TUINONDERHOUD

 

4.1.        Elk lid moet zijn/haar tuin geregeld en goed onderhouden en mag de tuin niet geheel of gedeeltelijk in onderhuur aan anderen afstaan.

4.2.        Aanwezigen op een tuin, die geen lid zijn en ook niet bekend zijn bij de vereniging en niet begeleid worden door een lid, worden door het bestuur verwijderd.

4.3.        Zonder toestemming van de huurder mag niemand op de tuin van een andere huurder komen. Hiervan is het bestuur uitgezonderd; het bestuur is te allen tijde  bevoegd om de tuinen te betreden.

4.4.        Onvermijdelijk langdurige afwezigheid dient te worden gemeld aan het bestuur. Het lid moet zelf voor vervanging zorgen. Mogelijkerwijs kan het bestuur hierbij eventueel bemiddelen.

4.5.

Ieder lid is verplicht minimaal twee uur per jaar inzet te verrichten voor de vereniging. Dit kan door middel van :

  1. een jaarlijkse opruimdag
  2. andere werkzaamheden in overleg met het bestuur

indien men niet in staat is deze werkzaamheden te leveren moet men hiermee in overleg met het bestuur

4.6.        Voor bepaalde werkzaamheden beschikt de vereniging over apparatuur die het tuinieren kan vereenvoudigen. Voor een aantal van deze apparaten geldt dat de bediening plaats vindt door vrijwilligers. De kosten voor afschrijving, onderhoud, verzekering en brandstof zijn door het bestuur vastgelegd en worden in rekening gebracht.

4.7.        Poorten mogen uitsluitend worden geplaatst na toestemming van het bestuur.

4.8.        Het houden van bijen moet overlegd worden met het bestuur en de huidige imkers.

 

ART. 5 – TUINREGLEMENT

 

5.1         De huurder, wiens tuin geheel of gedeeltelijk grenst aan één of meerdere gemeenschappelijke paden, dient dit gedeelte van het pad onkruidvrij en vrij toegankelijk te houden.

5.2.        Jaarlijks, vòòr 15 mei van het lopende tuinjaar, dient ieder zijn/haar tuin onkruidvrij te hebben, oftewel teeltklaar.

Vòòr 1 november moet de tuin “winterklaar”worden gemaakt; dit betekent:

  1. Verwijderen van afval (hout, glas en andere rommel).
  2. Bonenstaken en ander, niet permanent, hout en ijzerwerk moeten worden opgeruimd.
  3. Gewassen, die schadelijk zijn voor de compostering, mogen niet op de tuin verwerkt worden, zoals koolstronken, restanten van bonenplanten en resten van aardappel- en tomatenplanten.
  4. De tuin moet vrij zijn van schadelijk onkruid (b.v. kweekgras).

5.3.        Op de tuin mag geen asbest of asbesthoudend materiaal aanwezig zijn.

Het gebruik van schadelijke chemische bestrijdingsmiddelen is niet toegestaan.

5.4.        Ieder lid moet er voor zorgdragen dat hij/zij andere leden c.q. de omwonenden geen hinder of overlast bezorgt door geluid,  stank, onkruid etc.

5.5.        Gewassen moeten op zodanige afstand tot de tuingrens worden geteeld dat deze niet de grens met de buurtuinder kunnen overgroeien.

5.6.        Voor het plaatsen van een tuinhuisje en/of kas dient de huurder toestemming te vragen aan het bestuur. Het maximale buitenwerks oppervlak voor bebouwing per tuin is 10% van de totale aantal m² van de tuin. De onderverdeling tussen tuinhuis en kas is 4 en 6%. De maximale hoogte is 2.50m. De wettelijke bepalingen dienen in acht genomen te worden. De basiskleur is groen of bruin. De erfafscheidingen mogen niet hoger zijn dan 1.50m.

5.7.        Fruitbomen: alleen laagstambomen. De kruinhoogte van de boom mag niet meer bedragen dan 2.50m.

5.8.        Voor de volgende zaken is geen toestemming vereist:

  1. Gereedschapskist met een maximale hoogte van 0.75m.
  2.  Watertonnen of watertanks.
  3. Compostbakken met een maximale hoogte van 1.00m.
  4. Platte kweekbakken met een maximale hoogte van 0.75m.

5.9.        Niet toegestaan is:

  1. Buiten de eigen tuin c.q. het complex afval te deponeren.
  2. Permanent dieren op de moestuinen te houden.
  3. Prikkeldraad te gebruiken als afrastering.
  4. Het telen of kweken van hennep, cannabis of andere geestverruimende of verdovende    middelen. Bij constatering hiervan wordt de politie ingeschakeld en wordt het lidmaatschap   per direct beëindigd. Dit houdt in dat de toegang tot het complex wordt ontzegd en dat alle   rechten, behorende bij het lidmaatschap vervallen.
  5. Enigerlei vorm van reclame voor derden op het complex aan te brengen.
  6. Afval of goederen te hebben of te gebruiken, die geen enkele relatie hebben met het tuinieren op de tuin.
  7. Dieren op de tuin te houden m.u.v. bijen. Het meenemen van honden is uitsluitend toegestaan indien deze op de eigen tuin aangelijnd worden gehouden. De uitwerpselen moeten direct worden opgeruimd.
  8. Compost of mesthopen langs de afrastering van het hoofdpad te hebben.
  9. Afrasteringen te verbreken of te beschadigen, grenspalen te verzetten, aangrenzend groen te verwijderen of te beschadigen.
  10. Open vuur te stoken op het complex. Het is dus verboden tuinafval en ander materiaal op het complex te verbranden.

5.10.      Fietsen e.d. dienen gestald te worden op de eigen tuin, waarbij gemeenschappelijke paden moeten worden vrijgehouden.

5.11.      Auto’s mogen uitsluitend op het pad voor de tuin worden geparkeerd voor het direct laden of lossen van zaken; daarna dient de auto op de straat te worden geparkeerd.

5.12.      Toegang tot de tuinen is uitsluitend toegestaan van 15 minuten vòòr zonsopgang tot 15 minuten na zonsondergang.

 

 

 

ART. 6 – TUINOPZEGGING EN ONTZETTING UIT HET LIDMAATSCHAP

 

6.1.        Tuinopzegging door het bestuur kan geschieden wanneer een lid heeft verzuimd te voldoen aan de vereisten voor het lidmaatschap, als/ook wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. Het lid kan dan door het bestuur uit zijn/haar lidmaatschap worden ontheven. Dit kan o.a. in de volgende gevallen:

  1. De tuin bij voortduring verwaarlozen.
  2.  De huurpenningen niet op de gestelde termijn betalen.
  3. Anderen hinder of overlast bezorgen.
  4. Zich andermans goederen toe-eigenen.
  5. Verbaal of fysiek geweld gebruiken en/of ongewenst handtastelijk zijn.

6.2.        Ontzetting (royement) uit het lidmaatschap, wordt door het bestuur uitgesproken wanneer een lid handelt in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt. De betrokkene wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk van het besluit met opgaaf van redenen in kennis gesteld; hem/haar staat binnen een maand na ontvangst van het besluit tot ontzetting beroep open op de ledenvergadering; gedurende die beroepstermijn en hangende het beroep is het betrokken lid geschorst.

 

ART. 7 – GESCHILLEN

 

7.1.        Een lid dat meent zich over een medelid, medeleden, een bestuurslid of bestuursleden te moeten beklagen omtrent de naleving van de statuten, het huishoudelijk reglement of dat omtrent de instructies van een bestuurslid/ bestuursleden met deze van mening verschilt, kan zijn/haar klacht schriftelijk bij het bestuur indienen. Wordt er geen oplossing gevonden, dan staat beroep open op de eerstkomende algemene vergadering. Tot aan deze vergadering zal het lid zich aan de besluiten van het bestuurslid/bestuursleden moeten onderwerpen.

7.2.        Wordt ook dan nog geen oplossing gevonden, dan kunnen geschillen tussen de vereniging en één of meerdere leden, voortvloeiende uit de statuten, reglementen of uit door de vereniging genomen besluiten, met uitzondering van huurkwesties, worden beslecht door drie scheidslieden, die als ”goede mannen” naar billijkheid zullen oordelen. Een van de scheidslieden wordt aangewezen door het bestuur, één door het betrokken lid/leden, terwijl de derde wordt gekozen door beide andere scheidslieden.

 

ART. 8 – SLOTBEPALING

 

8.1.        Elk lid wordt geacht op de hoogte te zijn van de statuten (deze liggen na afspraak met de secretaris ter inzage) en het huishoudelijk reglement. Het huishoudelijk reglement zal aan ieder lid worden uitgereikt. Het lid verbindt zich de, daarin opgenomen, bepalingen na te komen. De gevolgen van het niet nakomen van deze bepalingen zijn volledig voor rekening van het betreffende lid.

 

8.2         NA INGEBRUIKNAME VAN DIT HUISHOUDELIJK REGLEMENT VERVALLEN ALLE VOORGAANDE EDITIES.

 

8.3         IN ALLE GEVALLEN, WAARIN HET REGLEMENT NIET VOORZIET, BESLIST HET BESTUUR.

 

 

Bewerken